‘DESKUNDIGE’ ?
In 1998 liep ik stage bij een Amerikaanse denktank in Washington DC. Ik mocht er internet-stukjes schrijven over de Amerikaanse pijpleiding politiek in de Zuidelijke Kaukasus (Armenië, Georgië en Azerbeidzjan). En raakte gefascineerd door die regio aan de buitenrand van Europa, waar de grootmachten al eeuwenlang geopolitieke spelletjes spelen. Terug in Nederland schreef ik ook mijn eindscriptie voor de studie geschiedenis over dit onderwerp. Het resulteerde in een publicatie in het blad Noord Atlantisch Perspectief; ‘The geopolitics of oil: America’s role in the Caucasus’ en in het Parool.
Nu ik daar op terugkijk denk ik; vreemd dat het mogelijk is om als ‘deskundige’ over een regio te publiceren zonder daar ooit te zijn geweest. Mijn kennis kwam uit boeken, artikelen en verslagen van debatten in het Amerikaanse Congres. Op conferenties in Washington was ik hooguit eens oog in oog komen te staan met een Azerbeidjaanse oliebaron uit Baku.
Ook kwam het niet in mij op om beeldmateriaal te zoeken om een indruk te krijgen van het dagelijks leven in die regio. Mijn studie geschiedenis was puur tekst gericht (zou dat nu anders zijn? ).
Maar mijn nieuwsgierigheid naar dat dagelijkse leven in die Zuidelijke Kaukasus, naar de gezichten van de mensen, hun levenslopen, de landschappen, de sporen van vervlogen sovjet-tijden, is altijd sluimerend aanwezig gebleven.
JAMES BOND
Net na mijn afstuderen in 1999 speelde het plot van de James Bond film ‘The world is not enough’ tegen de achtergrond van de constructie van een oliepijpleiding vanuit Baku. ‘Daar ging mijn scriptie over!’ riep ik dan laaiend enthousiast tegen vrienden die mij wat meewarig aankeken.
Ik ben in de 15 jaar die zijn verstreken wel eens Armeniërs tegen gekomen uit de diaspora en bevroeg hen dan honderduit over hun levens. Mijn eigen kapster is als 13 jarige het conflict in Nagorno Karabach ontvlucht. Tijdens het knippen ving ik net op tijd haar subtiele hint op om haar niet midden in de kapsalon over die heftige persoonlijke geschiedenis te laten verhalen. Aan de buis gekluisterd bekeek ik recent en aantal episodes uit de serie ‘de bergen achter Sotsji’ waarin Jelle Brandt Corstius deze Kaukasus landen aandeed.
TICKET NAAR BAKU
Ook in het hoofd van fotograaf Ad Nuis welde in 2008 interesse naar het dagelijkse leven achter de schermen van de oliebaronnen. Hij was vijftig geworden, zo schrijft hij in de begeleidende teksten bij de tentoonstelling Oil & Paradise in het Nederlands Fotomuseum, en vond het tijd worden om de grotemensenwereld in te gaan. Hij moest denken aan het stokpaardje van zijn leraar aardrijkskunde in 1973 ‘alles draait om grondstoffen’. En las een artikel over de op dat moment langste oliepijpleiding ter wereld, die van Baku in Azerbeidzjan via Tbilisi in Georgië naar Ceyhan in Turkije loopt. Hij besloot dat daar zijn project over moest gaan, pakte zijn tas en kocht een ticket naar Baku. Tot in 2013 bleef hij naar de regio reizen en het resultaat daarvan is nu vastgelegd in Oil & Paradise (zie ook deze link).
Wow, dacht ik, terwijl ik deze week zo’n anderhalf uur in opperste concentratie op de tentoonstelling rondstruinde. Hoe mooi is dat; je krijgt een idee, koopt een ticket en reist af naar het gebied waar je interesse voor is gewekt. Hoe anders dan die eindeloze reeksen tekst die ik als student over de oliepijpleiding politiek tot me nam.
En ook nu nog, kan ik blijven steken in het lezen en filosoferen over een ontwikkeling die mij fascineert, zonder dat ik daar nou direct de beelden bij ga zoeken. De aanpak van de historicus zit nog te sterk in mijn systeem. Een aanpak die in mijn latere rollen als beleidsmedewerker en schrijvend journalist ook goed van pas kwam. Maar nu als filmmaker en aspirant multimedia-maker niet meer volstaat.
Had Ad Nuis toen hij dat eerste ticket kocht op dat moment al zijn financiering rond? En meteen een helder plan voor hoe hij zijn project vorm wilde geven? Of is dat gaandeweg allemaal gekomen?
ZIJLIJN VERSUS PERSPECTIEF
In elk geval keek ik met grote fascinatie naar zijn zeer persoonlijke ingevulde multimediale tentoonstelling. Foto’s van een in bling bling en luxe levende elite die contrasteren met de beelden van armoede waar het gros van de bevolking in leeft. Je weet; dit deel van de bevolking zal in deze de facto autocratie niet kunnen opklimmen, zal onherroepelijk aan de zijlijn blijven staan. Foto’s en videomateriaal van een bodybuildende en literatuur verslindende eindtwintiger die bij zijn moeder inwoont, waar ze leven van haar magere pensioen, illustreren deze uitzichtloosheid. Gekooide levensenergie. De jongeman verloor zijn baan omdat hij kritiek uitte op de corrupte praktijken van zijn bazen.
En dat brengt mij op de kern van mijn huidige fascinatie voor arbeidsmigranten uit Roemenië. De herinnering aan het leven in de communistische dictatuur van Ceausescu zit in hun collectieve geheugen gegrift. Maar met het perspectief op – en in 2007 verkregen- EU lidmaatschap, is de overgang naar een democratie meer dan een façade. Corruptie tiert er nog welig, maar er is tenminste perspectief. En als je dat perspectief niet in eigen land ziet, kun je binnen de EU op zoek gaan naar werk. Je kunt uitvliegen, je hoeft niet aan die uitzichtloze zijlijn te blijven staan.
Met die bril op bezien Roemeense arbeidsmigranten hun kansen in Nederland, waar alles in hun ogen zo goed geregeld is. Terwijl Nederlanders zelf de verdiensten van de welvaartstaat die na de Tweede Wereldoorlog is opgebouwd nauwelijks erkennen, laat staan waarderen. Vooral vast zitten in een kramp om te behouden wat NU is, om zichzelf in een selfie vast te leggen.
Dit keer ga ik wel de actuele beelden bij deze verhalen verzamelen. To be continued!